De strategie van
Warren Buffett
Gids en toelichting
Prijs is wat je betaalt. Waarde is wat je krijgt.
De beleggingsprincipes van Warren Buffett
Hoe heeft Warren Buffett zich ontwikkeld tot de meest succesvolle belegger van zijn generatie? Hier geven we je meer informatie over zijn levensloop en beleggingsstrategie.
Buffetts woorden zijn genoeg om de financiële markten te doen bewegen. Alleen al het gerucht dat hij een bepaald aandeel koopt doet de prijs ervan omhoog schieten. Dat laatste is niet verwonderlijk. Hij heeft zijn enorme fortuin van circa $70 miljard (2020) vergaard door simpelweg de juiste aandelen selecteren. En dat doet hij op basis van eenvoudige en heldere beleggingsprincipes. Vijf decennia lang wist Warren Buffett met zijn beleggingsstrategie de markt te verslaan. Niettemin wordt zijn succes door sommige wetenschappers en ietwat afgunstige collega’s nogal eens afgedaan als een vorm van extreem geluk. Maar beleggers die wat minder vooringenomen zijn en de moeite nemen zich te verdiepen in zijn fascinerende levensverhaal en beleggingsprincipes komen doorgaans tot een geheel andere conclusie.
Eenvoudig raamwerk
Eén passage uit het voorwoord dat Warren Buffett schreef voor The Intelligent Investor van Benjamin Graham is bijzonder gedenkwaardig: ‘To invest successfully over a lifetime does not require a stratospheric IQ, unusual business insights, or inside information. What’s needed is a sound intellectual framework for making decisions and the ability to keep emotions from corroding that framework.’ Als je het raamwerk van beleggingsgoeroe Warren Buffett wilt begrijpen, dan zijn het grote aantal publicaties dat in de loop der jaren over hem is verschenen zeer behulpzaam. Zowel uit dit werk van derden als uit Buffetts eigen geschriften komen steeds dezelfde elementen naar voren. Het beleggingsraamwerk dat dan duidelijk wordt is van een verbluffende eenvoud. Hieronder lichten we telkens een bouwsteen van zijn beleggingsstrategie toe.
Investeer in ondernemingen, niet in stukjes papier
Het fundament van de Buffett-methode is dat men aandelen aanziet voor wat ze zijn: een gedeelte in het eigendom van een onderneming. Het is daarmee wezenlijk anders dan het speculatieve stukje papier waarvoor het doorgaans wordt aangezien. Warren Buffett weet op basis van dit inzicht het beleggingsproces te vereenvoudigen tot twee essentiële vragen. De eerste vraag is: wat voor type ondernemingen wil ik voor de lange termijn aanhouden? De tweede vraag is: welke prijs ben ik bereid te betalen voor die ondernemingen? Voordeel van deze benadering is dat Buffett storende ruis uitsluit, en zich enkel richt op kwesties die hij met een redelijk mate van zekerheid kan beantwoorden. Merk bijvoorbeeld op dat overwegingen als ‘hoeveel is de koers van het aandeel in de afgelopen week gestegen?’ en onmogelijk te beantwoorden vragen als ‘wat zal de beurs in de komende maand gaan doen’ totaal geen rol spelen.
Zoek sterke ondernemingen
Buffett is enkel geïnteresseerd in ondernemingen van hoge kwaliteit. Hij zoekt naar ondernemingen die over langere perioden waarde creëren voor hun aandeelhouders. Buffett weet dat wanneer hij een onderneming selecteert waarvan de intrinsieke waarde jaar na jaar groeit, de beurskoers uiteindelijk evenredig zal meegroeien. Warren Buffett houdt zich zodoende niet bezig met trendanalyses, beursgrafieken of kortetermijnvoorspellingen. Criteria als de financiële positie, de concurrentiepositie en de kunde van het aanwezige management zijn veel relevanter met het oog op waardecreatie. In dit licht kan men zijn voorliefde voor sterke merken als Coca-Cola en Gillette duidelijk verklaren. Deze merknamen fungeren als figuurlijke slotgracht en houden daarmee de concurrentie op afstand. Vaak gebruikt Buffett scheermesjesfabrikant Gillette (inmiddels overgenomen door Procter & Gamble) als voorbeeld. Tijdens een toespraak in 1995 voor studenten van de universiteit van North Carolina vertelt de ceo van Berkshire Hathaway bijvoorbeeld: ‘Wereldwijd worden er per jaar 20 tot 21 miljard scheermesjes verbruikt. Daarvan is 30% Gillette, maar in termen van waarde is dat 60%. Ze hebben 90% marktaandeel op sommige plaatsen zoals in Scandinavië en Mexico. Je ziet dan iets dat al zo lang bestaat als scheren, en een onderneming die zo sterk innoveert in de zin dat men steeds betere mesjes ontwikkelt. Tel de machtspositie in de distributie daar nog eens bij op, samen met het plekje dat ze hebben veroverd in het hoofd van mensen. Hier heb je bovendien iets dat mannen elke dag doen – ik hoop in elk geval dat jullie het elke dag doen – en voor $20 per jaar heb je een fantastische scheerervaring. Wanneer mannen zich in zo’n situatie bevinden zijn ze niet snel geneigd om te switchen… Je slaapt heel rustig ’s nachts wanneer je weet dat 2½ miljard mannen zich de volgende ochtend moeten scheren.’
Doe enkel dingen die je begrijpt
Volgens Warren Buffett is succes sterk afhankelijk van de mate waarin de belegger zijn investeringen begrijpt. Hij heeft het gebied van ondernemingen waarin hij zelf investeert afgebakend tot enkel die ondernemingen die hij kan doorgronden. Deze afbakening betitelt Buffett als zijn ‘circle of competence’: zijn expertisegebied. Buffett vindt een juiste definitie van de parameters belangrijker dan de omvang van deze cirkel. Anders gezegd: ken je limieten, vermijdt grote fouten en stort je met bovengemiddelde overgave op de resterende zaken die je eenvoudig kunt bevatten.
Verwelkom lage koersen
Anders dan de meeste beleggers verwelkomt Warren Buffett periodieke koersdalingen. Het verbaast hem dat andere beleggers vaak met een tegennatuurlijke houding naar aandelen kijken. ‘Ik zal de rest van mijn leven hamburgers blijven kopen, om maar eens een persoonlijke voorkeur van mezelf aan te halen. Wanneer de prijs van hamburgers daalt, dan zingt het Buffett-huishouden in koor “Halleluja.” Als de hamburgerprijs stijgt, dan barsten we in tranen uit. Voor de meeste mensen geldt hetzelfde bij alles wat ze in hun leven kopen: behalve bij aandelen. Wanneer aandelen dalen, en je meer voor je geld kunt krijgen, dan vinden mensen ze plotseling niet meer aantrekkelijk.’
Wanneer Warren Buffett een sterke onderneming in zijn vizier krijgt, wacht hij net zolang totdat de prijs van het aandeel tot een aantrekkelijk niveau zakt. Dit kan soms jaren duren. Buffett weet namelijk dat de prijs die hij betaalt voor een sterke onderneming zijn uiteindelijke rendement bepaalt. Wanneer hij de waarde per aandeel van bedrijf ABC inschat op € 100 over 10 jaar, dan maakt het een groot verschil of hij het koopt voor € 18 of voor € 12 per aandeel. In het eerste geval is het jaarlijkse rendement 18,71%; in het tweede geval is het jaarlijkse rendement 23,62%. Dat vertaalt zich in serieuze bedragen na 10 jaar op het einde van de horizon. Een voorbeeld: Wanneer je nu € 100.000 investeert met een jaarlijks rendement van 18,71% groeit deze inleg uit tot € 555.742 na 10 jaar. Wanneer je daarentegen nu € 100.000 investeert met een jaarlijks rendement van 23,62% groeit diezelfde inleg uit tot € 833.465. Dat betekent een verschil van maar liefst € 277.723, ofwel bijna drie keer de inleg!
Denk onafhankelijk
Buffett is vermaard om zijn tegendraadse insteek. Het neerzetten van een hoog rendement gaat naar zijn mening niet samen met het volgen van modeverschijnselen. Men kan eenvoudigweg niet verwachten dat het kopen van wat populair is leidt tot financieel succes. Buffett weet dat werkelijk gunstige prijzen op effectenbeurzen pas ontstaan op het moment dat niemand anders een specifiek aandeel wil. Hij maakt hierbij handig gebruik van de heersende cultuur bij institutionele beleggers, die hij graag vergelijkt met lemmingen, waar klakkeloze imitatie aan de orde van de dag is. In zijn jaarlijkse brief aan aandeelhouders van 1984 zegt Buffett: ‘De verhouding tussen winst en verlies voor de managers persoonlijk is duidelijk: als een onconventionele beslissing effect sorteert krijgen ze een schouderklopje, maar als het verkeerd gaat krijgen ze een ontslagbrief. Conventioneel falen is dé route: als een groep hebben lemmingen misschien een beroerd imago, maar geen individuele lemming heeft ooit slechte pers gekregen.’
Investeer voor de lange termijn
Warren Buffett verwoordde zijn beleggingstrategie en -horizon in het blad Forbes in 1990 als volgt: ‘Aandelen zijn eenvoudig. Het enige dat je doet is deelnemingen kopen in een schitterend bedrijf met hoogst integere managers voor minder dan de onderneming intrinsiek waard is. Vervolgens houd je die aandelen voor altijd aan.’ Buffett weet dat koers en waarde periodiek van elkaar kunnen afwijken, maar dat de beurs op de langere termijn redelijk goed functioneert. Over korte perioden wordt de prijs van een specifiek aandeel vaak gedrukt onder invloed van de overreacties van beleggers, maar op termijn wint de ratio het altijd van de emotie. Buffett maakt een inschatting van de waardeontwikkeling van een bedrijf op de lange termijn omdat hij te voren nooit precies weet wanneer de koers zal gaan stijgen. Het hanteren van een lange horizon staat hem toe op zich te richten op waar het echt om gaat: de business.
In 1992 illustreerde de ceo van Berkshire Hathaway dit idee op de aandeelhoudersvergadering als volgt: ‘In elke industrie zijn er allerlei zaken die de volgende week, de volgende maand, of het volgende jaar zullen plaatsvinden. Maar het allerbelangrijkste is om in de juiste business te zitten. Het klassieke voorbeeld is Coca-Cola dat in 1919 een beursnotering kreeg. In eerste instantie was de koers $40 per aandeel. Het volgende jaar zakte deze naar $19: de prijs van suiker wijzigde drastisch na de Eerste Wereldoorlog. Als je dus bij de beursgang aandelen had gekocht was je een jaar later de helft van je geld kwijt. Maar als je dat aandeel vandaag zou bezitten – en je zou al het dividend hebben geherinvesteerd – dan zou het ongeveer $1,8 miljoen waard zijn. We hebben een depressie gehad. We hebben oorlogen gehad. Suikerprijzen zijn omhoog en omlaag gegaan. Er zijn kortom een miljoen dingen gebeurd. Hoe veel vruchtbaarder is het wel niet om na te denken over de houdbaarheid en de economische eigenschappen van het product, dan om je af te vragen of je in of uit het aandeel moet springen?’
Een lange beleggingshorizon speelt in op het feit dat sterke ondernemingen doorgaans hun behaalde winsten profijtelijk weten te herinvesteren: een mechanisme dat leidt tot groei in de winst per aandeel en daarmee werkt als het rente-op-rente-effect. In de basis kan men de koers van een aandeel beschouwen als het product van twee zaken: (1) de winst per aandeel die het bedrijf realiseert, en (2) de waardering van beleggers. Deze waardering vertaalt zich naar een koers-winstverhouding, het aantal maal de winst de belegger bereid is te betalen. Buffett weet dat een gezonde groei in de winst per aandeel uiteindelijk leidt tot een hogere koers en richt zijn aandacht zodoende op de onderneming, niet op het koersbord. Buffett heeft goed geluisterd naar Philip Fisher die van mening was dat het niet mogelijk is om altijd aandelen te kopen op het dieptepunt en te verkopen op het hoogtepunt: ‘Als bij het kopen van een aandeel de taak correct is uitgevoerd,dan is het juiste tijdtip om te verkopen: praktisch nooit.’
Mr. Market of de werkelijke betekenis van de markt
Warren Buffett grijpt vaak terug naar de metafoor van meneer Markt, een stijlfiguur die Benjamin Graham vaak gebruikte om zijn studenten een juiste mentale houding bij te brengen ten opzichte van de effectenbeurs. Mr. Market staat dagelijks op de stoep van beleggers om ze een aanbod te doen: op basis van deze bieding kunnen beleggers stukken van hem kopen, of juist stukken aan hem verkopen. Er bevindt zich echter een addertje onder het gras: Mr. Market is manisch depressief. Soms heeft hij een van zijn optimistische buien en ziet hij niks dan positieve ontwikkelingen. Op zulke momenten wil hij enkel verkopen tegen een zeer hoge premie. Wanneer hij daarentegen een van zijn pessimistische buien heeft ziet hij niets dan donkere wolken. Op zulke momenten is hij bereid om zijn stukken voor een zacht prijsje van de hand te doen.
Beleggers, zo doceert Buffett in zijn brief aan aandeelhouders uit 1987, hebben een fundamenteel voordeel tegenover meneer Markt: ‘Meneer markt heeft nog een sympathieke eigenschap: hij vindt het niet erg om te worden genegeerd. Als je zijn bieding van vandaag niet interessant vindt, dan komt hij morgen terug met een nieuwe bieding. Transacties zijn voor jou puur optioneel. Onder deze omstandigheden geldt: hoe manisch depressiever zijn gedrag, hoe beter dat voor jou is.’
‘Meneer Markt is er om jou te dienen, niet om je te gidsen. Zijn portemonnee, niet zijn wijsheid, is bruikbaar. Wanneer hij op een dag in een bijzonder onnozele bui verschijnt, dan kun je hem negeren of gebruik van hem maken, maar het is desastreus als je onder zijn invloed valt. Feitelijk hoor je het spel niet te spelen als je er niet zeker van bent dat je een onderneming veel beter kunt waarderen dan meneer Markt. Zoals men het bij poker zegt: “als je dertig minuten aan tafel zit en je weet nog niet wie de kluns is, dan ben jij die kluns.”’
Prijs versus waarde
Buffett was al gefascineerd door beleggen voordat hij Benjamin Graham ontdekte, maar tot die tijd waaide hij naar eigen zeggen met alle winden mee. Hij deed aan technische analyse, las allerlei blaadjes en luisterde naar beleggingstips van anderen. Het ontbrak hem zodoende aan een specifiek grondidee en hij had duidelijk behoefte aan een handvat voor het nemen van beleggingsbeslissingen. Kortom, Buffett begon zijn carrière als speculant, maar besefte dat hij zich moest ontwikkelen tot belegger. Alles veranderde toen hij zich onder invloed van Graham eenmaal bewust werd van het onderscheid tussen prijs en waarde. Dat idee was voor hem als een openbaring: ‘Prijs is wat je betaalt. Waarde is wat je krijgt.’ In The Superinvestors of Graham-and-Doddsville vat hij de essentie van dit gedachtegoed in enkele regels samen: ‘Het gemeenschappelijke intellectuele thema van de beleggers uit Graham-and-Doddsville is als volgt: zij zoeken naar discrepanties tussen de waarde van een onderneming en de prijs van kleine partjes van die onderneming op de beurs. In essentie exploiteren ze die discrepanties zonder zich te bekommeren of het maandag of donderdag is, of het januari of juli is enzovoorts. Dat is iets voor een efficiënte-markttheoreticus.’
Margin of Safety
De marge van veiligheid (margin of safety) is Ben Grahams idee van beschermd beleggen. Beleggers verkrijgen een marge van veiligheid door een zo hoog mogelijk korting op de werkelijke waarde van een aandeel of andere vermogenswaarde te verlangen. Warren Buffett vergelijkt dit idee met het kopen van een dollar voor 60 cent: ‘Als je een dollarbiljet koopt voor 60 cent is dat riskanter dan wanneer je een dollarbiljet koopt voor 40 cent, maar de winstverwachting is hoger in het laatste geval. Hoe groter het winstpotentieel in een waardeportefeuille, hoe minder risico er is.’ De veiligheidsmarge biedt Buffett bescherming wanneer een transactie uiteindelijk minder veelbelovend blijkt dan hij van te voren inschat, of wanneer een aandeel er lang over doet om zijn intrinsieke waarde te bereiken. In The Superinvestors of Graham-and-Doddsville schrijft hij: ‘Maar je doet niets op het scherp van de snede. Dat is wat Ben Graham bedoelde met het hebben van een marge van veiligheid. Je probeert geen ondernemingen die $83 miljoen waard zijn te kopen voor $80 miljoen. Je zorgt dat je een enorme marge hebt. Als je een brug bouwt sta je er ook op dat deze 30 ton aankan, hoewel je er enkel met trucks van 10 ton overheen rijdt. Datzelfde principe werkt bij beleggen.’
Wil je weten welke beleggingscriteria Buffett gebruikt en hoe hij koopkansen vindt? Lees dan aandelenselectie voor de value belegger »