Beleggen is eigenlijk heel eenvoudig. De basisregels zijn niet nieuw, eenvoudig te begrijpen en gemakkelijk toepasbaar. Ze zijn beperkt in aantal en hebben bovendien in de loop der geschiedenis hun waarde al bewezen. De grootste bedreiging voor het succesvol uitvoeren van een goede strategie is uiteraard de belegger zelf. Je dient over de emotionele discipline te beschikken om in alle omstandigheden aan je koers vast te houden. Ook als je onderbuik anders dicteert. In dit artikel laten we zien hoe je het begrip ‘aandeel’ in het juiste perspectief kunt plaatsen.
De zienswijze van Warren Buffett
De meest vermaarde investeerder uit de recente historie, Warren Buffett, handelt altijd naar het volgende: Investeer in ondernemingen, niet in stukjes papier. Dat principe lijkt, gezien zijn vanzelfsprekendheid, op het eerste gezicht nogal overbodig. Maar als je het afzet tegen de dagelijkse praktijk blijkt hoe nuttig zo’n invalshoek is.
Veel aandeelhouders zien zichzelf eerder als de bezitter van een loterijlot waarvan de uitslag dagelijks op de beursschermen wordt gepubliceerd. Toch vertegenwoordigt een aandeel een stuk eigendom in een echte onderneming. Er bestaat dan ook geen wezenlijk verschil tussen het kopen van een aandeel en het doen van een directe bedrijfsovername. Zo kun je als belegger de beslissing om wel of niet te beleggen terugbrengen tot, welgeteld, twee belangrijke kwesties.
Welk type bedrijf wil je bezitten?
De eerste vraag die je als belegger dient te beantwoorden is: Wat voor type onderneming wil ik voor de lange termijn bezitten? Je criteria zullen waarschijnlijk betrekking hebben op zaken als een kundig management, een product met blijvende concurrentievoordelen en een hoog rendement op het eigen vermogen. Als toekomstig eigenaar ben je kritisch en doe je vooronderzoek om jezelf ervan te overtuigen dat de mogelijke aankoop aan deze criteria voldoet. Begrijp je niet hoe een onderneming functioneert, dan zie je af van een eventuele transactie.
Wat wil je ervoor betalen?
Wat is een redelijke prijs voor het bedrijf? Dat is de tweede vraag die je bij het nemen van beleggingsbeslissingen moet beantwoorden. En die is onlosmakelijk met de eerste vraag verbonden. De aankoop van een uitstekende onderneming kan namelijk uitlopen op een enorme deceptie als het prijskaartje te hoog is. Een beetje ondernemer verlangt een passend rendement op zijn investering. Hij zal zeker nooit een belang kopen omdát de prijs zojuist omhoog is gegaan. Dat is wel wat veel aandelenbeleggers doen. Ze zien zichzelf dus als de bezitter van een speculatief stukje papier. En een speculant, die negeert de onderliggende waarde van een bedrijf. Hij of zij rekent er simpelweg op dat er een volgende koper is die meer wil betalen voor zijn aandeel.
Als je jezelf als belegger verplaatst in de positie van ondernemer, dan wordt je gedwongen tot een zekere discipline. Dat leidt niet per definitie tot briljante resultaten. Maar het leidt in elk geval wel tot conservatieve beleggingsacties en beschermt je tegen speculatieve opwellingen.